Zaterdagmiddag 27 februari maakten we aan het einde van de middag onze eerste fietskilometer in Tanzania. Meer dan die ene kilometer zat er die middag niet in omdat het erg lang duurde voordat we de grens over mochten steken en het daardoor te laat werd om weg te fietsen uit Namanga, de grensplaats. We zochten bij de grens naar een guesthouse, kochten een simkaart en gingen geld wisselen.
We waren in Tanzania, ons 14e land!🚴♀️🚴♂️ 🇹🇿 Een nieuw avontuur tegemoet, we waren erg nieuwsgierig naar dit Afrikaanse land.
Zondagochtend gingen we op pad naar Longido.
Het was een korte route naar Tembo Guesthouse. Dit guesthouse hadden we in Istanbul al voor één nachtje vastgelegd bij onze visumaanvraag voor Kenia. We moesten een adres doorgeven wanneer we Kenia gingen verlaten.
We hadden vanuit Nederland een pakket naar Tembo Guesthouse laten opsturen en we hoopten dat het pakket ondertussen binnen zou zijn. De slaapmat van Jacoline was stuk en we hoopten nu op een nieuwe mat zodat we weer lekker in ons tentje konden slapen.
Helaas was het pakket bij aankomst in Longido nog niet binnen, we konden maandagochtend bij het postkantoor gaan informeren.
Om 8.00 uur stonden we de volgende ochtend bij het postkantoor maar het duurde tot 9.15 uur voordat er iemand kwam. Tja…. African time; we leren het steeds beter…😉
Helaas was ons pakket ook nog niet op het postkantoor in Longido en na wat gebel, bleek ons pakket op het postkantoor in Arusha te zijn.
Arusha lag op onze route dus we besloten om zelf naar Arusha te fietsen om ons pakket op te gaan halen.
De weg was glooiend en het landschap leek eerst nog veel op Kenia. Ook hier nog steeds veel Masai herders met hun koeien, ezels, geiten en schapen. De natuur veranderde richting Arusha National Park: mooie glooiende bergen met op de voorgrond jonge, groene maisplantjes.
Arusha is hét toeristenbolwerk van Tanzania, de plaats waar iedere toerist zijn safari boekt voor de Kilimanjaro, de Serengeti, de Ngorongoro krater of Manyara Lake.
En dat merkten we goed, zodra we de stad infietsten was het gedaan met de rust. Het is net een mierennest, wat een brommertjes, wat een tuks-tuks, wat een taxibusjes….
Zodra ze een mzungu zien, denken ze dat er geld te verdienen is. Gelukkig konden wij al fietsend richting het postkantoor de meeste mensen wel van ons af schudden.
Ons pakket bleek inderdaad in Arusha te zijn, we waren super blij met onze nieuwe slaapmat! (nogmaals dank voor het opsturen Wilma!)
Aangezien we de Kilimanjaro vanaf de Keniaanse kant al zo mooi hadden gezien, besloten we daar niet naartoe te fietsen maar de andere kant op te gaan richting de Serengeti, Ngorongoro krater en Manyara Lake.
Helaas hoorden we dat Tanzania een paar jaar geleden de toegangsprijzen tot de Nationale Parken enorm hebben verhoogd. En die bedragen vonden wij echt niet leuk meer, de entree voor alleen de Ngorongoro krater is $ 80,– p/p en dan moet je nog een auto regelen om erin te mogen, kosten $300,– Dan ben je, plus het bedrag voor de chauffeur, meer dan $500,– kwijt voor 1 dagje….
We lazen dat je rondom het Manyara National Park wel mocht fietsen dus daar gingen we als eerste naartoe.
Omdat we in een toeristengebied fietsten, de safariauto’s kwamen ons steeds voorbij, konden we de eerste nachten steeds op prachtige campings overnachten. Hele mooie plekjes, middenin de natuur, super leuk om er na een dag fietsen onze tent te kunnen opzetten.
Manyara National Park is een geweldig mooi natuurgebied, al klimmend hadden we steeds een prachtig uitzicht over het mooie meer. We trokken echt door de binnenlanden van Tanzania, wat een natuurschoon, wat een weelde om doorheen te fietsen. Het hele gebied romdom het Park gaat klimmend en dalend over rode zandwegen. Het was heel zwaar maar het was er ook zo rustig en stil. Fietsend door de geweldige bergen, uitzichten op de vele groene gewassen en af en toe een paar rode bakstenen huisjes, het was echt genieten geblazen!
Na drie fietsdagen langs Lake Manyara, lieten we het National Park achter ons en kwamen we weer op een doorgaande asfaltweg terecht. We fietsten naar Babati; een leuke, gezellige plaats met weer veel kleurrijke mensen langs de weg. Mannen die buiten achter hun naaimachine kleding zitten te repareren, roepende en spelende kinderen achter rollende fietsbanden met stokjes ( jaja, dat deden wij vroeger ook..) mannen op hun verlengde fiets waar ze echt alles op transporteren, wat is het toch leuk om dat allemaal te bekijken.
En we blijven ook nooit onopgemerkt, binnen de korste keren weet het hele dorp dat er een mzungu is…. En dat wij dan een koppel zijn, dat vinden ze wel heel interessant….
De engelse taal zijn ze in Tanzania veel minder machtig dan in Kenia. We krijgen daardoor moeilijker contact met de kinderen. Als we langs fietsen zijn ze meer bedachtzaam en afwachtender dan in Kenia. Maar als we dan voorbij zijn, beginnen ze te giechelen en te lachen.
Het levert soms ook grappige situaties op: Als wij roepen: Goodmorning! antwoorden de kinderen: I’m fine… 😊
Na Lake Manyara trokken we langzaam zuidwaarts. We wilden eigenlijk niet rechtstreeks via Dorduma naar grensplaats Tunduma fietsen en hadden een mooie route gemaakt om via het oosten naar Tunduma te fietsen. Dat betekende meer kilometers maar we hebben geen haast en we wilden graag dit rustige deel van Tanzania zien.
En daar hebben we geen minuut spijt van gehad. We hebben 2 weken geweldig gefietst in deze streek. Het was een gebied waar volgens ons bijna nooit toeristen komen.
Nog zo ongerept, niet zoals in toeristisch Arusha, waar iedereen wat van je wil en aan je loopt te trekken, maar gewoon hartelijk en belangstellend. Het ‘Karibu’ klonk vele keren per dag: ‘welkom’ in Tanzania.
Er was zoveel natuur, zo ongelofelijk veel ruimte, zo ontzettend veel gewassen, we kwamen ogen te kort. En alles is zo groen, dat hadden we niet verwacht in Afrika.
Maar dat komt omdat we nu in de regentijd zitten. Februari en maart zijn de regenmaanden. In juli en augustus is het echt anders, dan is alles dor, droog en geel.
We gingen de bergen weer in en hadden de mooiste uitzichten over de vele groene rijstvelden, de prachtige maisvelden wuivend in de wind en niet te vergeten de mooie zonnebloemvelden. Geweldige kleuren combinaties samen met prachtige luchten.
In de regentijd komt er ’s middags, vooral in de bergen, vaak een enorme hoosbui. Daarom kan hier natuurlijk ook zoveel verbouwd worden, het is er heel vruchtbaar door de zon én de regen.
Het levert geweldige mooie luchten op, je ziet de donkere wolken aankomen waar de zon soms toch ook nog even doorheen prikt, een fantastisch schouwspel in het groene landschap met de gele zonnebloemen.
Soms konden we voor een bui schuilen onder een afdakje of bij een huisje maar meestal was er niets en trokken we ons regenpak aan en fietsten we gewoon door. Het is bijna altijd een korte bui en omdat het niet koud is, is het ook niet zo erg. Na een aantal kilometers ging het regenpak weer uit en konden we in korte broek verder.
Fietsend richting Tabora verbaasden we ons over de kwaliteit van het asfalt. We reden over práchtig glad asfalt en dat was best verrassend in zo’n afgelegen, rustig gebied. Er was heel weinig verkeer en vaak fietsten we dan nog over ‘rough roads’.
Ondertussen weten we dat deze wegen door Chinezen worden aangelegd. Ze zijn in dat hele mooie gebied allemaal nieuwe wegen aan het aanleggen, ook dwars door natuurgebieden. Heel bizar….. Hele stukken was de weg nog ‘under construction’. Het ene moment hobbelden we over de rode zandweg, het volgende moment gleden we over asfalt zo glad als een biljartlaken… En alles wordt ingevoerd: materieel en personeel. Ze wonen in soort kampen bij elkaar. Dat gebeurd nu in vele Afrikaanse landen.
In Tabora zagen we erg veel fietsers, we vertrokken ’s ochtends met veel medefietsers uit het stadje. Alles wordt vervoerd op de fiets, van potten en pannen tot een bed of zelfs een bankstel. Je kunt het zo gek niet bedenken of het wordt gewoon op de fiets vervoerd.
Onderweg kregen we gezelschap van Saïde, hij fietste een heel stuk met ons mee. Een hele vrolijke man die een aardig woordje engels sprak dus we konden van alles aan hem vragen over Tanzania. En op het moment dat we samen met Saïde fietsten, sprong onze kilometerteller op 20.000 kilometer. Daar moesten we natuurlijk weer even een fotootje van maken!🥳🥳
Super gaaf dat we, na iets meer dan een jaar, al 20.000 super mooie kilometers hebben gemaakt! Saïde kon het bijna niet geloven…..
We maakten lange fietsdagen in deze streek omdat er onderweg heel weinig plaatsjes waren en er dus ook heel weinig overnachtingsmogelijkheden waren.
We kwamen door een aantal prachtige natuurgebieden waar werkelijk niets was. Super mooi om doorheen te fietsen maar we moesten wél zorgen dat we voldoende water en eten meenamen, onderweg konden we niets meer kopen.
En in zo’n mooi natuurgebied begon onze ellende, we werden aangevallen door tseetseevliegen. Wat een ramp zeg, ze prikten gewoon door onze kleding heen. We besloten, ondanks de hitte, om onze regenkleding aan te trekken, we hoopten dat ze daar niet doorheen konden prikken. Al rennend over de weg en de vliegen van ons afslaand, probeerden we ons regenpak aan te trekken. Helemaal ingepakt met alleen onze ogen nog vrij en onze handschoenen aan, gingen we verder. Maar het was zo ontzettend zweten in dat regenpak, bijna niet vol te houden met die hitte. En toen kwam onze redding: we hoorden een vrachtauto aankomen. Hij stopte en we mochten onze fietsen en bagage in de oplegger zetten. Wat een ongelofelijk geluk!! Na 20 kilometer stopte de chauffeur en konden we weer op de fiets stappen, de plaag was voorbij.🙏
Aangekomen in Inyonga zaten we er aardig doorheen. Bovendien kregen we daar van de immigratiedienst te horen dat het erg gevaarlijk is om in dit gebied te fietsen, er zitten leeuwen, luipaarden en hyena’s. Je kunt er eigenlijk alleen veilig met de auto of motor doorheen rijden.
We besloten daarom om de volgende ochtend met de plaatselijke bus naar Mpanda te gaan, we wilden het risico niet nemen dat we oog in oog met een leeuw zouden komen te staan….
Onze fietsen werden op het dak van de bus vastgemaakt, tussen alle andere bagage.
Gelukkig konden we de volgende dag weer veilig op onze fietsjes stappen richting Katavi National Park. Daar vonden we een super mooi plekje aan de Katuma rivier om onze tent op te zetten. Wat een rust en wat een geluiden om ons heen. Er was niemand, we hadden alleen de apen als buren. 😉 En wat een sterrennacht, overweldigend mooi!
In Katavi National Park mag je niet fietsen vanwege de wilde dieren dus hebben we ’s ochtends vroeg een gamedrive gedaan met onze fietsen op het dak van de auto. Dwars door het park naar de uitgang aan de andere kant van het park. Het was een geweldige ochtend: de nijlpaarden lagen heerlijk in de rivier, een groep buffels rustig grazend, vele impala’s die ons pad kruisten en een groep wilde honden die lagen te relaxen. Wat een rijkdom!
Om 10.00 uur stapten we weer op onze fiets en konden we onze route vervolgen. Langzaam maar zeker naderden we de grens naar Tunduma.
Omdat het ook in dit laatste gedeelte van de route één en al natuur was en er bijna geen dorpen waren, maakten we weer lange fietsdagen. Bovendien klommen we vanuit de vlaktes van Katavi National Park richting de 2000 meter hoogte. We genoten van de gewéldige uitzichten in de bergen. Het landschap was weer overweldigend groen en uitbundig. Maar het was ook zwaar. De weg bleef maar op en neer gaan. Telkens was er weer een rivier en daalden we naar beneden, waarna we ook gelijk weer steil omhoog gingen. Samen met de warmte in de middagen kostte dat heel veel energie.
Afgelopen zaterdag kwamen we aan het einde van de middag moe, maar heel gelukkig na onze prachtige weken in Tanzania, aan in grensplaats Tunduma. Hier hopen we de oversteek naar Zambia te maken maar eerst moesten we weer een pcr-test laten maken. Dat is hier nog niet zo simpel, het kan eigenlijk alleen maar in de hoofdstad en die ligt hier een héél eind vandaan. Gelukkig konden we de test zondagochtend tóch in het plaatselijke ziekenhuisje in Tunduma laten doen en sturen ze de test door naar het ziekenhuis in Dar es Salaam. We hopen de uitslag morgen of overmorgen te krijgen zodat we de grens mogen oversteken naar Zambia. Op naar ons volgende Afrikaanse land!
Mooi verhaal weer en door jullie beschrijving gaat het voor ons ook ‘leven’. Aan de foto’s is te zien dat jullie ook met volle teugen genieten. Schitterend!
Dank Henk, zo is het maar net!😉