Midden- en Noord-Laos.

Bijna 4 weken geleden, om precies te zijn op 18 januari, stonden we weer in Laos. Terug in Thakhek, waar onze fietsen 3.5 maand op ons hadden gewacht. Daar werden we toch wel een beetje emotioneel van…😚
Laos het land van de de smaragdgroene rijstvelden, de glinsterende theeblaadjes die de bergen bedekken, de indrukwekkende koffieplantages, de oneindige bossen en schitterende jungle, de vele watervallen en ontelbaar authentieke dorpjes. Laos is met slechts 7.5 miljoen inwoners één van de dunbevolkste landen in Azië. Maar liefst 80% procent van de bevolking leeft er nog in afgelegen dorpen. De echt grote steden ontbreken.

Wat hadden we een zin om onze reis weer te gaan vervolgen!
In het zuiden waren we begonnen. Die smaragdgroene rijstvelden, glinsterende theeblaadjes en indrukwekkende koffieplantages op het Bolaven Plateau hadden we bewonderd. Nu gingen we starten aan de Thakhek-loop om daarna, eerst via de Mekong, naar het noorden te fietsen.

Maar allereerst een grote dank aan Hotel Inthira. Zij hebben 3.5 maand op onze fietsen en bagage gepast. Alles stond er nog keurig bij, precies zoals wij het bij ons vertrek hadden achtergelaten. Echt super dankbaar!🙏🙏

Thakhek is het startpunt van de Thakhek-loop, een indrukwekkend gebied met karstgebergte, groene rijstvelden en vele watervallen en grotten.
Een prachtige start om onze reis mee te beginnen.
Nadat we Thakhek uitfietsten, maakte de bebouwing als snel plaats voor prachtig karstgebergte.
Het was écht fietsweer, de droge periode is aangebroken. Januari en februari zijn ideale fietsmaanden in Laos. Het klamme, hete en natte weer van oktober heeft plaatsgemaakt voor droog, zonnig weer met blauwe luchten. ’s Avonds koelt het flink af met ’s ochtends een frisse start van de dag. Een genot om te fietsen.
De route was ook een genot, wat een prachtige omgeving.
We fietsten naar De Buddha Cave, het is een heilige plaats voor de Laotianen. In de grot zijn honderden Buddha’s geplaatst. Je mag er niet fotograferen.
Voor ons was de omliggende omgeving veel spectaculairder dan de heilige grot. We zijn naar een meertje gewandeld met kristalhelder water, omgeven door de bergen. Je hebt er uitzicht op duizenden stalactieten, écht bijzonder mooi!

Fietsen op de loop is fietsen op z’n mooist! De weg kronkelt tussen tussen de rotsformaties door, wat steeds de mooiste uitzichten oplevert. Het gebied deed ons deken aan de rotsformaties rondom Krabi in Thailand.
Na een klim van 5 kilometer kwamen we op het Nakai plateau. Daar werden we getrakteerd op uitzichten op een meer met honderden dode bomen. Een bizar maar tegelijkertijd ook een indrukwekkend en prachtig gezicht. Sinds de aanleg van een stuwmeer is dit plateau grotendeels onder water gelopen en staan er duizenden dode bomen met hun enkels in het water. Een soort van maanlandschap. De éne keer was het water groen, dan weer diepblauw of zelfs okergeel. Het is haast niet te bevatten hoeveel dode bomen er in het water staan.

De huizen in de omgeving staan bijna allemaal op palen. Sommige hebben hele hoge palen. Dat ziet er in de droge tijd best vreemd uit maar we hebben eind september met eigen ogen gezien hoe het water kan stijgen in regentijd. We werden destijds uit ons huisje gehaald door de hoge waterstand.
Het is een wereld van verschil met nu. Het is nu niet alleen overal droog, ook de rijstvelden zijn bruin, de neo-groene velden zijn grotendeels verdwenen. In de tussentijd dat we thuis waren, is de oogsttijd geweest.

We bezochten de indrukwekkende Dragon-cave met een mooie verrassing aan het uiteinde van de cave, een steile hike bracht ons naar een geweldig uitzichtspunt: een fantastisch uitzicht over de omgeving.
We realiseerden ons dat we echt alle tijd moesten nemen voor deze loop en niet teveel fietskilometers op een dag moesten maken, er is zoveel moois te bewonderen onderweg.

Het hoogtepunt van de loop is voor vele mensen de beroemde Konglor-cave. En dat kunnen wij alleen maar beamen.
Halverwege de rit er naartoe kregen we bezoek van een Belgische fietster. We merkten afgelopen dagen dat het toerisme nu echt weer op gang is gekomen. Het is hoogseizoen en de corona-tijd is voorbij. We zullen dus nu onderweg steeds vaker mede-fietsers tegenkomen.😊
Bij aankomst in het plaatsje bij de Konglor Cave merkten we óók dat het toerisme weer volop draait. Er waren zelfs guesthouses vol. We kregen de vraag: hebben jullie geboekt? Dit is ons vanaf het vertrek in maart 2020 niet eerder gebeurd. We waren een wereld zonder toerisme gewend geraakt.
De volgende ochtend liepen we al vroeg naar de ingang van de Konglor Cave. De opening van de grot ligt op een prachtige plek. De Nam Hiboun rivier is smaragdgroen van kleur, de zon scheen op het water en de steile rotswanden erachter maakte het tot een ware ansichtkaart.
We kregen hoofdlampjes op en stapten in het bootje. In het pikkedonker voeren we door de grot. Éénmaal maakten we een stop waar we konden uitstappen aan de rivieroever om een stukje te voet de prachtige stalactieten te bekijken. Wat een schoonheid!
We stapten weer in ons bootje en vervolgden onze tocht in donker.
Na een uurtje varen zagen we licht in de duisternis, we bereikten het uiteinde van de grot. Wat heerlijk om het daglicht weer te zien!
Een laatste stukje over de wonderschone rivier bracht ons in het dorpje Natane.
Natane is een klein Laotiaans dorpje waar een sereene rust hangt. De mensen in Laos zijn uiterst rustig en bescheiden. We worden altijd allervriendelijkst begroet.
We hebben een tijdje door het dorpje gewandeld en genoten van deze mooie plek. De ligging is fenomenaal! Mooier kun je niet wonen maar dat zullen de bewoners zelf wel niet (meer) zien….😉
De kindertjes bij school riepen ons allemaal toe, dat is echt zo leuk!
’s Middags stapten we weer in ons bootje en voeren we terug naar het beginpunt van de cave. Een fantastisch mooie dag!

De laatste dag op de loop bracht ons langs een bijzonder uitkijkpunt: “The Peak of the loop”.
We keken uit over een adembenemend landschap van kalksteenbossen. Het is het grootste Limestone Forest van heel Azië. Er zijn veel uitdagende activiteiten; hangbruggen en tokkelbanen maar wij hebben alleen van het mooie uitzicht genoten. Na dit moois stond ons een heerlijke afdaling te wachten door dit geweldige landschap.
We aten bij een eettentje een lekkere noodle-soep en lieten de laatste 15 kilometer langzaam de bergen achter ons om in Vieng Kham aan te komen. Onze lus zat erop. Wat een geweldige start van het vervolg van onze reis in Laos! Op naar Vientiane, de hoofdstad van Laos.

Waar we eind september glibberend en glijdend over de gravelwegen fietsten, werd het nu ‘stof happen’ geblazen. De droogte doet zijn werk.
Het eerste gedeelte van de route was het, ondanks het stof, tóch heel erg genieten. Er was zo weinig verkeer zodat we niet al te veel last hadden van het stof. We staken met een pontje de rivier over en vervolgden de mooie route over het platteland. Bij een tempel zetten we onze stoeltjes onder een boompje en aten genietend ons broodje.
Daarna was het echter gedaan met de rust, we kwamen na ruim 50 kilometer op de doorgaande weg richting de hoofstad Vientiane.
Er waren veel wegwerkzaamheden en de ronkende vrachtwagens lieten ons in dichte stofwolken achter. Niet écht lekker fietsen…😥
We kwamen na ruim 100 kilometer onder de rode stof in Pakxan aan.
We vonden een leuk guesthouse aan de Mekong en aten ’s avonds bij een eettentje tussen de lokale bevolking.
Laotianen zijn dol op karaoke, ze zingen allemaal hardop mee, niet altijd even zuiver….🙃 En hoe harder hoe beter lijkt het wel…. 🙃

Onze bedoeling was om bij Vientiane de grens over te gaan naar Thailand. We wilden, eerst de Mekong volgend, richting het noorden fietsen om van daaruit weer terug te gaan naar Laos. Maar omdat we bang waren dat de wegwerkzaamheden het laatste stuk naar Vientiane nog niet voorbij waren, gingen we de volgende dag proberen om al in Pakxan de grens over te gaan naar Thailand. Dat zou ons 150 kilometer ‘stof happen’ schelen.
Er stond bij vertrek een harde wind. Des te meer hoopten we dat we gelijk in Pakxan de grens over konden steken.
Er zijn verschillende grensovergangen tussen Laos en Thailand. De Mekong is de grens, er zijn meerdere ‘Friendship’ bruggen gebouwd die de grens markeren tussen beide landen.
Bij Pakxan is geen brug, alleen een ferry. En die overgang wordt eigenlijk nooit door toeristen gebruikt. We waren dan ook heel benieuwd of het zou lukken om hier als buitenlander de Mekong over te mogen.
Bij het immigratiekantoor gingen ze eerst binnen overleggen. Er werd geen woord engels gesproken dus dat maakte het wat lastiger.
Na overleg kregen we ons ‘vertrek’ stempel in ons paspoort en konden we naar de ferry. Nu maar duimen dat we Thailand in mochten…
De mensen aan Thaise zijde waren uiterst vriendelijk maar konden ons niet helpen. Ze hadden niet het juiste (toeristen) stempel in huis om in ons paspoort te zetten.
Er werd ons verteld dat we naar de grens Nong Khai/Vientiane moesten fietsen, 150 kilometer verderop om daar ons stempel te bemachtigen zodat we weer legaal in Thailand zouden zijn. Dat zou geen enkel probleem moeten zijn.
Met de wind in de rug fietsten we die middag al een heel stuk richting Nong Khai. De route was prachtig met heel veel rubberboomplantages. Kleine rustige weggetjes met gezellige dorpen. Het leek een goede keuze om het laatste gedeelte naar Vientiane aan Thaise zijde te fietsen.
De volgende dag restte ons het laatste stuk naar Nong Khai om ons belangrijke stempel te bemachtigen.

Bij aankomst in grote stad Nong Khai fietsten we gelijk door naar het aankomstgedeelte bij het immigratiekantoor. Het was er ontzettend druk, dit is een hele grote grensovergang vanuit de hoofdstad Vientiane.
Nadat we een paar keer in de verkeerde rij hadden gestaan, waren we toch eindelijk aan de beurt.
Ons verhaal bleek echter niet uit te leggen, we hadden op de plek waar wij de grens overgingen ons stempel moeten ontvangen en dat kon volgens de beambte niet hier. We lieten foto’s zien, er werd met elkaar gebeld maar niets hielp: we mochten zonder stempel niet in Thailand zijn.
We hebben er uren gezeten, maar het kwam niet goed.
Ze gaven ons eigenlijk maar één optie en dat was terug naar Laos.
Dus zaten we ’s avonds in Vientiane, de hoofdstad van Laos. Ons Thailand avontuur was van korte duur…

Er loopt een weg vanaf Vientiane rechtstreeks naar Luang prabang maar omdat we hoorden dat er daar ook veel wegwerkzaamheden waren en er veel vrachtwagens rijden, besloten we een andere route richting het noorden van Laos te nemen.
We gingen eerst fietsend langs de Mekong naar het westen en van daaruit, dicht langs de grens met Thailand, noordwaarts. We hoopten dat deze route mooier en rustiger zou zijn.
Ons plan om de Mekong aan Thaise-zijde te volgen werd nu veranderd in het volgen van Laotiaanse-zijde.

Het werd ongelofelijk genieten langs de prachtige Mekong. De tocht werd alles wat fietsen zo bijzonder en intens maakt.
De Mekong, die eind september op vele plaatsen overstroomde en nu op veel plekken niet meer is dan een bijna lege rivierbedding met rotsen en keien, maar daardoor zéker niet minder mooi.
Ook de weg was alles wat je in Laos kunt treffen: van een glad biljartlaken tot ongelofelijke gaten, kuilen, stenen en heel veel stof happen.
Het éne moment gleden de kilometers onder ons vandaan, op andere stukken kwamen we niet verder dan 5 kilometer per uur en was het soms zelfs duwen en trekken.
De weg op de kaart gaf de hele route dezelfde gele kleur aan maar in werkelijkheid was dat totaal anders.
We kwamen in een heel afgelegen gebied, in de weinige dorpjes waar we doorfietsten was het weer één en al vrolijkheid. De kindertjes wuifden en riepen ons toe. Dat bracht, ondanks het geploeter op de weg, altijd weer een grote glimlach op onze gezichten.

We genoten van het prachtige plattelandsleven in Laos.
De weg liep steeds op en af, het was soms flink klimmen maar het leverde ook de meest fantastische vergezichten over de uitgestrekte hellingen. Wat is Laos mooi!
Maar helaas worden die hellingen ook in rap tempo platgebrand en ontgonnen voor de verbouw van de cassavewortel.
In Maleisië zagen we de enorme palmolieplantages, in Thailand de rubberboomplantages en in Laos de cassaveplantages.
Hele hellingen zijn kaal en de rook/stof hangt rondom de bergen.
Doordat het nu al 3 maanden niet regent, blijft de rook en ook al het stof van het platteland en de slechte wegen overal hangen. Als we een dorpje in fietsten zagen we dat werkelijk alles onder het stof zit. Alle daken, alle huizen, alles is stof. Ook dat is Laos…

In principe kan de cassavewortel het hele jaar worden geoogst maar in landen met periodieke regens, zoals Laos, gebeurt het meestal in de droge periode als andere gewassen niet oogstbaar zijn.
De cassavestokken staan overal in bosjes tegen elkaar. Er worden kleine stukjes van gezaagd en die worden in de grond gezet. We zagen miljoenen stokjes die nu net weer zijn gepoot. De stokjes lopen uit en er groeit een soort van peen/wortel aan. De peen wordt in stukjes gehakt tot kleine schijfjes. Er liggen velden vol te drogen.
Uiteindelijk worden de kleine schijfjes vermalen tot pulp/meel. Van het meel worden koek, pap of chips gemaakt.

30 kilometer ten zuiden van Luang Prabang ligt de Kuang Si waterval. Dit is een van de meest bijzondere watervallen in Laos en daardoor erg populair. De waterval wordt door vele toeristen en backpackers bezocht als dagtrip vanuit Luang Prabang.
We kwamen vanuit het zuiden, fietsend over een klein weggetje langs de Mekong, naar de watervallen.
Dat het zwaar zou worden hadden we verwacht maar dat de route zoooo mooi zou zijn, dat was écht een cadeautje.
Het was die dag maar 55 kilometer naar de Kuang Si waterval maar daar deden we heel wat uurtjes over.
Zand, keien, gaten, ontelbare keren steil omhoog en ook weer steil naar beneden, maar de glimlach bleef.
Zoals eerder geschreven liggen de meeste rijstvelden nu ‘in ruste’ maar dit stuk langs de Mekong was het één grote, groene zee van rijstterrassen. Daar doorheen fietsten, over weggetjes waar geen andere toerist ooit komt, is práchtig!
Na 50 kilometer ploeteren over het zandpad, kwamen we op een mooie geasfalteerde weg. In die laatste 5 kilometer naar de waterval zagen we alleen maar toeristen. Scooters, busjes en motoren, allen de berg op richting de waterval….. Omdat het weekend was, trokken er ook veel lokale mensen die kant op.
Wij vonden in het dorp een simpel houten guesthouse.
Vanaf onze veranda zagen we net voor het donker werd alle scooters, motoren en busjes de berg afrijden, terug naar Luang Prabang.
Het werd weer een rustig dorpje met alleen de lokale bewoners.
Wij besloten de volgende ochtend om 8.00 uur de watervallen te gaan bewonderen, zonder al die toeristen.

Het bleek de juiste keuze, we hadden de Kuang Si waterval voor onszelf, er was om 8.00 uur nog niemand te bekennen.
We zijn helemaal omhoog geklauterd en genoten van de fantastische uitzichten. Het water stort op verschillende plateaus naar beneden.
Het melkblauwe water stroomt over kalkstenen rotsen. Die mooie blauwe kleur krijgt het water doordat het een grote hoeveelheid calciumcarbonaat bevat. Het is echt een plaatje om te zien.
Na een paar uurtjes kwamen de eerste busjes met de toeristen binnenstromen, voor ons de hoogste tijd om te gaan.
We zijn teruggewandeld naar ons guesthouse en nadat Ming zijn band had geplakt zijn we op de fiets gestapt op weg naar Luang Prabang.


Een korte route van maar 30 kilometer. Begin van de middag fietsten we de stad binnen. Luang Prabang is een stad maar voelt eerder als een dorp. Het is één van de beste bewaarde steden van Azië.
In het oude gedeelte van de stad vind je veel oude (houten) gebouwen, overblijfselen van de koloniale Franse architectuur. Er zijn ook veel goed onderhouden tempels. Hierdoor is Luang Prabang door Unesco uitgeroepen tot World Heritage site.
We vonden in het oude gedeelte een guesthouse voor 2 nachten om de stad te gaan bekijken. Het is onvoorstelbaar hoeveel oude panden er bewaard zijn gebleven en in prachtige staat. Je waant je soms in Frankrijk, zelfs de stokbroodjes ontbreken niet.😉
De stad is ook rijk aan vele tempels, er wonen heel veel monniken in Luang Prabang. We hebben een aantal tempelcomplexen bezocht.
Eentje ervan ligt op een bergtop, Phousi Hill. Nadat we de lange trap (330 treden) hadden beklommen, hadden we een fantastisch uitzicht over de stad. Je ziet het mooie historische gedeelte maar je ziet ook hoe mooi Luang Prabang tussen de omliggende bergen ingesloten ligt.
Ook zijn we over de beroemde bamboebrug gewandeld. Deze brug wordt in het droge seizoen gebouwd door een familie. Ieder jaar wordt de brug opnieuw gebouwd, het bamboe gaat 3 jaar mee.
Wél was het voor ons even wennen aan alle toeristen. Na onze fietsweek over het platteland, zonder één enkele toerist, was dit wel even anders.

Hoe noordelijker, hoe rustiger en hoe bergachtiger, hoe vrediger lijkt het wel.
We verlieten Luang Prabang via een houten brug. We stopten nog even bij de markt en fietsten via de Nam Ou rivier verder noordwaarts.
De weg liep de hele dag glooiend langs de mooie groen-kleurige rivier. Het was een gewéldige route. Wat is het noorden van Laos mooi met de omliggende bergen steeds rondom ons heen. We kwamen door kleine dorpjes, alles heel vredig en rustig.
Het deed een beetje aan Nepal denken. Ook daar voel je de sereniteit in de bergdorpjes.
We kwamen weer tussen de hoge kalkstenen bergen te fietsen tot aan het idyllisch gelegen dorp Nong Khiau. Over dit dorp hadden we al gelezen, hier kom je echt voor de schilderachtige omgeving. Je kunt er fantastisch wandelen, riviertochten maken of kajakken. Er is van alles te doen.
Na onze prachtige fietsdagen, voegden we er een prachtige hike-dag aan toe. De wandelschoenen kwamen onderuit onze fietstassen en we vertrokken vroeg vanuit het dorp naar het beginpunt van de klim naar de Pha Daeng piek. We volgden een onverhard pad wat vrij steil omhoog liep. Op sommige delen hingen touwen voor extra hulp op de super steile stukken. Al lopend door de jungle hadden we af en toe al een geweldig uitzicht op het dorp en de rivier onder ons, die overigens steeds kleiner werden.🙃
Aangekomen op de top, kregen we een 360 graden uitzicht over het gebied. De indrukwekkende bergen, de rivier en het mooie, ingeklemde dorpje: het was geweldig!
De top staat bekend om zijn ‘zeemist’ in de vroege ochtend. Het maakt het een mysterieus geheel. Sommige zeggen dat dit misschien wel het mooiste uitzichtspunt is van het land.
We zijn er op een rots gaan zitten en ja, dan is het genieten!😚

De Nam Ou rivier is prachtig, de rivier kronkelt tussen de bergen door. Vanuit Nong Khiau kun je per bootje naar Muang Khua. We konden de fietsen meenemen en zagen de bergen van Noord-Laos een dagje vanaf het water.
Eerst was alles nog in mist gehuld maar later trok het helemaal open en hadden we zicht op de enorme kalksteenbergen.
De tocht bracht ons na een uurtje varen in het dorp Muang Ngoy.
Dit dorp is alleen per boot bereikbaar, het ligt tussen de bergen ingesloten. Tot onze verbazing zagen we dat het dorp vol zit met backpackers, het lijkt de nieuwe trekpleister van het noorden te zijn.
Het deed ons denken aan de voorheen populaire 4000-eilanden in het uiterste zuiden van Laos. Daar zat het 6 jaar geleden ook vol met backpackers. Dit is schijnbaar na Covid de nieuwe backpackersplek.

We voeren door en zagen af en toe een klein gehuchtje aan de kade waar de kindertjes springend en zwemmend in het water lagen te genieten.
Het gebied is erg afgelegen, het is een groene jungle vanaf het water.
Aan het einde van de middag kwamen we aan in het dorp
Muang Khua. We laadden onze fietsen uit en stapten op de kade.
Hier voelden we een hele andere sfeer dan in Muang Ngoy. Dit was een authentiek, rustig dorp verbonden door een mooie loopbrug over de rivier. We liepen door de winkelstraat met wat kleine winkeltjes, een markje met veel fruit, overal vlees op de bbq waar de Laotianen gek op zijn. Gewoon het leven van alle dag.

Muang Khua bracht ons bijna aan het einde van onze reis in Laos. De grens met Vietnam, ons volgende land, ligt maar 70 kilometer verderop. Aangezien ons e-visa voor Vietnam nog niet binnen was (Vietnam kent sinds de heropenning na de Covid geen visa ‘on arrival’ meer) hebben we vanuit dit dorp twee mooie dagtochtjes gemaakt.

Laos is een land gevuld met waterwegen. De Mekong is de grootste en bekendste rivier maar er zijn nog zoveel andere rivieren. Wij fietsten vanuit Muang Khua langs de mooie Nam Ou rivier. Het weggetje kronkelt langs de rivier en het landschap is van ongelofelijke schoonheid.
Helaas hebben al die prachtige rivieren ook een keerzijde. Laos is een arm land en heeft geen grondstoffen om te exporteren. Waterkracht is voor dit land de enige manier om groot geld te verdienen. Het is de enige uitweg uit de armoede. Daardoor zijn er de laatste jaren heel veel dammen gebouwd. China heeft in de Nam Ou zeven dammen gebouwd. 
Na een aantal kilometers kwamen wij langs zo’n enorme dam. De dam is in 2019 gebouwd maar alle bouwmaterialen liggen er nog en worden nooit meer afgebroken en opgeruimd. Zo staat de betoncentrale er nog, losse materialen en zelfs de vrachtwagens die gebruikt zijn. Ondertussen is alles overwoekerd door de natuur.
Het is een trieste bedoening. Vooral als je weer een klein stukje verder fietst en kunt genieten van die wonderschone rivier met de geweldige bergen rondom je heen.

Tussen de 70 kilometer die ons nog scheidde van de grens, zat nog één dorp waar we konden overnachten. Die 40 kilometer hebben we gisteren gefietst. De kilometers gingen niet vanzelf, we moesten er flink voor klimmen.
We vertrokken vroeg, het was nog mistig en lekker fris. Na 10 kilometer begon de echte klim. Langzamerhand trok de mist op en zagen we de fantastische omgeving. De mist hing in het dal en wij fietsten ondertussen in de zon. Práchtig!
Het was een mooie gestage klim en doordat het nog niet te warm was, was het volop genieten van alles om ons heen.
In een klein dorpje wat we passeerden was het weer super gezellig met de kinderen. Wat vinden ze het toch leuk, die vreemde mensen op de fiets….😂
Nadat we boven de 1000 meter waren, konden we lekker een stukje dalen. De weg liep nog weer een aantal kilometers omhoog maar daarna was het één lange afdaling naar het dorp Muang Mai.

In Muang Mai zijn we nu, wachtend op ons e-visa. Een mooie gelegenheid om vandaag ons blog over midden- en noord-Laos te schrijven.
Laos, het land wat we van zuid tot noord hebben doorkruist. Wat is er weer ongelofelijk veel moois op ons pad gekomen. Fietsend zijn we zoveel gaan houden van dit fantastisch mooie land. Maar het meest indrukwekkend waren voor ons de mensen! Zo rustig, zo ontspannen, zo genietend samen met hun kindertjes, hopelijk kunnen ze dat altijd vasthouden!❤️ 🇱🇦 ❤️ 🇱🇦

6 gedachten over “Midden- en Noord-Laos.

  1. Jullie uitgebreide en heel herkenbare verslag brengt onze reis van zes jaar geleden weer helemaal tot leven! Wij fietsten verder noordwaarts in Laos via Luang Namtha tot Xiang Kok vlakbij Myanmar en China. Ons plan was om met een vrachtboot over de Mekong mee te liften naar Thailand, maar dat werd ons verboden door de grenspolitie. Mooie avonturen!
    Jullie nog een mooie reis!
    Wij gaan een fietsreis plannen in Midden-Amerika…

  2. Goedenavond , Wat een prachtig verhaal weer, ik had al een tijdje niets gehoord van jullie en zei tegen Bas ik mis die mooie verhalen. Je moet er wel even de tijd voor nemen om het te lezen maar ik geniet ervan Wij wensen jullie veel fiets plezier en geniet van alles Hartelijke groeten van Bas en Truus van Dijk

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.